Geloof, bijgeloof of moederliefde

Deel dit bericht op

In de periode dat Frans te werk is gesteld in Duitsland, loopt Bets in de stad een vriendin tegen het lijf waarvan de vriend ook te werk is gesteld in Duitsland. Deze vriendin vertelt Bets dat ze een foto van haar vriend onder de mantel van de Zoete Moeder heeft laten leggen. Bets verwoordt haar reactie hierop als volgt:

“Ik vond ’t werkelijk ’n mooi idee en liep met Dick gauw naar mevrouw en meneer die juist aan de deur stonden. Ze waren ’t er ook reuze mee eens, maar warempel toen ik ’t aan Paps vertelde kreeg ik me effe de volle laag omdat hij ’t als ’n groot bijgeloof beschouwde. Daar kan ik ’t toch werkelijk niet mee eens worden. Je doet ’t tenslotte niet omdat hij daardoor eerder thuis zal zijn of beter bewaard zal blijven dan wie dan ook, maar om te tonen dat je hem geheel aan Haar toevertrouwt en onder Haar bescherming stelt.”

Bets haar teleurstelling is groot, en ze laat het plan varen. Tot ze een paar dagen later opnieuw mevrouw Van Grinsven tegen komt, die Bets vraagt wanneer ze de foto van Frans komt ophalen voor in de St. Jan?

“Ik heb haar toen verteld dat Paps en Mams er allebei bezwaar tegen hadden en ik ’t nu werkelijk liever niet deed alhoewel ik ‘t ’n mooi idee vond. Ze beloofde me nu ’t zelf maar te doen dan wist ik toch dat hij er lag.”

Deel dit bericht op

© bosch-oorlogsdagboek.nl | Alle rechten voorbehouden